In het sprookjesbos,
dansen elfjes op het mos.
Op kleine elfenvoetjes.
Met dauwdruppeltjes
wassen ze hun snoetjes.
Kammen hun mooie
goudblonde lokjes met
bij elkaar gebonden stokjes.
Op het ritme van de toverfluit
kloppen ze hun dekbedjes
van boomvarentjes uit.
Sluimeren rond in hun paradijsje.
Zingen zachtjes een mooi wijsje.
's Avonds als ze moe zijn
slapen ze in beukenbladerenbedjes.
Glimlachend van dromende binnenpretjes.
Op een kussentje van sterretjesmos
slapen elfjes in een sprookjesbos.
 

Gister ben ik ze tegen gekomen

Ze liepen daar heerlijk in het bos

Met hun kleine schoentjes aan

Heerlijk zacht zo op het mos

Stil werd ik toen ik ze hoorde praten

Over paddestoelen, en koning lief

Hele gesprekken gingen zo ter tafel

De een vertelde over de liefde

Die ze net had ontmoet, derde pad links

De ander hoorde er eentje huilen

Waardoor ze extra stil viel

Zachtjes praten ze verder

En troosten elkaar met een woord

Af en toe een heerlijk lachje

Ze konden er weer mee voort

Liepen door op kleine schoentjes

Daar heerlijk over het mos

Mij achter zich latend en ik bedacht me

Zij die komen heerlijk los

Lang kon ik het geluid nog volgen

Tot het stil werd om mij heen

Tevreden ben ik het bos uit gelopen

Ik liet de elfjes maar even alleen


Maak jouw eigen website met JouwWeb